Recensie: On Fire. The Burning Case For A Green New Deal – Naomi Klein

Bookcover; On Fire - Naomi Klein

On Fire. The Burning Case For A Green New Deal van Naomi Klein is een bundeling van verschillende artikelen die Klein eerder schreef over klimaatverandering. In het schrijven over dit onderwerp is ze bedreven, ze doet het al 20 jaar. Een grote diversiteit aan onderwerpen passeert dan ook de revue. Ze heeft het over ecologische olierampen, overstromingen en bosbranden, maar ook over (gebrek aan) politiek leiderschap, kapitalisme en uitbuiting. De stukken hebben waar nodig een update ontvangen en voetnoten gekregen. De artikelen zijn in dit boek bijeengevoegd en aangevuld om één ding prangend duidelijk te maken: de aarde – ons gezamenlijke huis – staat in brand en we moeten nodig maatregelen gaan nemen om te zorgen dat niet alles verzwolgen wordt door de vlammen.

Het boek is opgebouwd uit verschillende artikelen elk voor een eigen gelegenheid geschreven, wat Klein de ruimte geeft om veel uiteenlopende onderwerpen te behandelen. Een nadeel hiervan is dat er door het overkoepelende veel overlap in zit. Daardoor herhaalt ze zichzelf vaak, en kan er dus wat verveling optreden tijdens het lezen. De artikelen zijn welleswaar aangevuld en geüpdatet, maar het boek als geheel had er baat bij gehad als het in plaats van een bundel, meer omgevormd zou zijn naar één verhaal. In deze vorm zou de lezer er wellicht goed aan doen het boek niet in een keer te lezen maar het er af en toe bij te pakken om een hoofdstuk te lezen.

Kleins grote kracht ligt in haar holistische visie op het probleem klimaatverandering. In de oplossing die ze biedt, een Green New Deal, kijkt ze verder dan symptoombestrijding maar zoekt ze naar een toekomstbestendige, alomvattende en vooral duurzame oplossing. Ze levert dan ook kritiek op de oplossingen die meer gericht zijn op genezen dan voorkomen. Vooral op het gebied van geo-engineering – het op een grootschalige manier ingrijpen in natuurlijke systemen, zoals bijvoorbeeld de atmosfeer injecteren met zonwerende stoffen – laat ze zich uit. Dit is niet alleen geen langdurige oplossing die voorbijgaat aan de kern van het probleem, maar een die ook nog grote risico’s met zich meebrengt die van tevoren niet te overzien zijn.

Haar voorgestelde oplossing is daarom intersectioneel. Ze legt verbanden tussen big-oil en andere vormen van uitbuiting, in wat ze de gig- en dig-economy noemt. Het probleem van klimaatverandering ligt bij het gehele systeem van vrije markt kapitalisme. Dit systeem ziet niet alleen de aarde als een onuitputbaar vat, maar ook mensen als slechts een bron van arbeid. Beide dingen die zonder schroom ingezet en uitgeput kunnen worden ten behoeve van meer winst, een doel tot een middel in plaats van een doel op zichzelf. Een échte oplossing voor het probleem pakt dit systeem van uitputting en uitbuiting tegelijk aan en zorgt zo niet alleen voor een betere aarde maar ook voor betere levens van mensen. Met name de mensen die nu het meest onder dit systeem te lijden hebben: inheemse bevolkingen, immigrant workers, en (klimaat)vluchtelingen.

Het is inspirerend om te lezen over verregaande progressieve ideeën die de aarde en haar bewoners kunnen redden. Echter, de gewone sterveling die het boek leest kan hierdoor wel met enige gevoelens van machteloosheid te maken krijgen, er is weinig wat je individueel kan doen. In een van de laatste hoofdstukken biedt Klein enig soelaas: het slagen van een radicaal plan als de Green New Deal hangt niet alleen af van sterk politiek leiderschap en moed, maar ook van activisme en steun van betrokken burgers.

Tijdens het lezen bekruipt me wel het gevoel dat ik – iemand die zichzelf als intersectionele feminist omschrijft – wel erg goed in de doelgroep pas. Het idee van een Green New Deal sprak mij al aan voordat ik begon met lezen, en ik ben me hiermee nog bewuster geworden van de noodzaak ervan. Maar hoe zou dit boek ontvangen worden door een klimaatontkenner of iemand die volhoudt dat het alles meevalt met de ongelijkheid in de samenleving? Zij zouden niet overgehaald zijn en het veel te radicaal vinden. Wat Naomi Klein doet met dit boek is in zekere zin dan ook ‘preaching to the choir’. Desondanks denk ik dat het een goed boek is voor iedereen die zich wil inzetten om een betere wereld achter te laten. Want naast enige wanhoop roept het ook hoop op: het is wél mogelijk om samen met elkaar en met de natuur om ons heen een toekomstbestendige wereld te creëren.

Eline Elstgeest @ElineElstgeest

DEEL


Lees ook

Cover van het boek 'Wij zijn Angela', waarop Angel Merkel staat afgebeeld.

Recensie: Wij zijn Angela

In Wij zijn Angela brengen tien Nederlandse vrouwen – elk op hun eigen manier – hun fascinatie voor de Duitse bondskanselier Angela Merkel onder woorden.…
Meer
Letterlijk een boekenplank

Een feministisch 2019 in boeken

Feministenland is ontstaan vanuit een gezamenlijke liefde voor lezen én feminisme. Er is iets heel bijzonders aan een groep vrouwen die samenkomt en, ongehinderd door…
Meer